Pasen, de zin van wonderen.
Met mijn nichtje aan de hand loop ik door het park om de hond uit te laten. Ze vraagt “Wat vond jij het stomste vak op school?” “Rekenen” antwoord ik. Dat delen we beiden. “Wat vond je het leukste vak op school?” “Bijbelse geschiedenis” zeg ik. “En wat het mooiste verhaal?”. “Voor mij is dat het verhaal over Jozef en al zijn mooie dromen en voor jou?” antwoord ik. “Nou” zegt ze na enig nadenken “Dan toch wel het verhaal dat Jezus aan het kruis wordt geslagen en weer opstaat uit de dood. Dat is iets, dat kan écht niet en hij doet het dus gewoon he…”. Lachend kijk ik haar aan. Grote ogen in een verwonderd gezicht. Ze gelooft dit verhaal echt. Letterlijk en als ik haar zo zie, vind ik het jammer dat ik deze verwondering ben verloren en niet meer mee kan in de magie die ze voelt als er verhalen uit de Bijbel verteld worden.
Vanuit mijn volwassen blik op het leven, geloof ik de verhalen uit de Bijbel niet letterlijk. Sterker nog, deze letterlijke vertaling heeft me juist van de kerk afgestoten en ook dat vind ik jammer. In de verhalen lees ik metaforen, belangrijke thema’s en levenslessen waar ik kracht uit put en die een meer symbolische waarde voor me hebben. Het verhaal over de kruisiging van Jezus gaat voor mij vooral over het vinden van de eigen levensbestemming. De ontdekking van het Goddelijke in onszelf en de durf om deze grootsheid te tonen, ook als dat betekent dat we door intens lijden heen moeten om de Christus in onszelf te kunnen ontdekken.
Volgens mij hebben we allemaal een eigen, unieke bestemming in het leven. Een soort ‘afspraakje met God’ over wat we gaan doen als we geboren worden en waar we ons licht in kunnen laten stralen. Als we opgroeien raakt het besef van die afspraak verloren en weerhouden allerlei aangeleerde patronen en overtuigingen over wie we denken te zijn ons ervan om onze bestemming te herkennen en om er naar te leven. Als er dan iemand is, zoals Jezus (en er zijn natuurlijk meer verlichte zielen op aarde geweest), die zich wel bewust is van zijn oorspronkelijke levensbestemming, dan wordt die grootsheid niet herkend en blijven mensen slapend zoals de discipelen om hem heen of schrikt het lijden af waardoor iemand zich ervan afwendt, zoals ik in Petrus zag. De zonde die is vertaald naar schuld en in veel Christelijke stromingen als een zware last op de schouders van mensen drukt, zie ik dan wel weer letterlijk, als in: “een gemiste kans”. Dat het letterlijk zonde is dat we de Goddelijke bestemming in onszelf en de ander niet herkennen en we ons kleiner houden dan wie we diep van binnen zijn. Door mijn bril bekeken stierf Jezus dan ook niet omdat we zondig zijn en hij die zonden op zich neemt, maar omdat we niet vermogend genoeg zijn om de grootsheid die hij in zich droeg, te herkennen. Judas, die als verrader gezien wordt, daarentegen, zie ik juist als degene die vanuit liefde een proces in gang zette waardoor Jezus door het lijden heen bij de Christus in zichzelf kon komen. Dat we dit nog steeds als verraad zien, vind ik illustratief voor hoe we elkaar onbedoeld en onbewust vasthouden in aangeleerde patronen die onze werkelijke bestemming lang niet altijd dienen. Juist degene die ons het diepste kwetst, geeft ons de kans om een oude werkelijkheid achter te laten en het licht in onszelf te vinden dat achter die pijn verborgen ligt.
Dat er achter het lijden een mooiere bestemming wacht, heb ik in mijn leven ook gemerkt. Jarenlang was ik epilepsiepatiënt en slikte ik medicijnen om de aanvallen te onderdrukken. Oppervlakkig gezien leefde ik een goed leven, maar echt gelukkig werd ik daar niet van. Het vervulde niet en ik raakte steeds verder van mijn oorspronkelijke bestemming in het leven verwijderd, zonder dat ik het zelf bewust door had. Op een bepaald moment besloot ik om mijn medicijngebruik af te bouwen. Iets in me zei dat er een ander leven voor me lag, al kon ik dat met mijn hoofd niet begrijpen. Er volgende een eenzame weg, zeker omdat doctoren me hadden afgeraden om met de medicijnen te stoppen en ook de mensen om me heen mijn keuze niet begrepen. In de ogen van velen was ik ziek en zou ik nooit meer zonder medicijnen kunnen functioneren. Toch was er altijd een geruststellend gevoel diep binnenin mij waardoor ik wist dat ik het juiste deed, ook al ging dat tegen de stroom in van alles wat me over het leven geleerd was.
Inmiddels, zo’n twaalf jaar later, gebruik ik nog steeds geen medicijnen en heb ik ook nooit meer aanvallen gehad. Wel heb ik mijn leven zo ingericht dat het in lijn is met dat wat voor mij als mijn oorspronkelijke bestemming voelt. Ik ben nog steeds bijzonder gevoelig en heb een weg gevonden om dit een plek te geven waardoor het mijn kracht is geworden. Door de weg die ik heb afgelegd, de ervaringen die ik heb opgedaan en de inzichten die ik heb verworven, zie ik het als onderdeel van mijn bestemming om ook anderen te helpen in de zoektocht naar wie ze diep van binnen zijn. Voor mijn werk in de geestelijke gezondheidszorg ontmoet ik veel mensen die zich op het dieptepunt van hun leven bevinden. In deze, soms schrijnende zorgsituaties, zie ik de vergelijking met het paasverhaal waarbij mensen soms door intens lijden heen moeten om het licht in zichzelf te kunnen ontdekken. Ik vind het belangrijk dat er oog is voor de grootsheid in mensen waardoor ze de kracht vinden om er naar te leven. Vanuit die insteek komen er soms wonderlijke processen op gang waarbij het ondenkbare toch mogelijk blijkt te zijn. Dit doet me iedere keer weer beseffen dat het belangrijk is dat we met elkaar in wonderen blijven geloven, hoe ondenkbaar die soms ook lijken. Geloven geeft ruimte om ons eigen Goddelijke plan te ontdekken en om er naar te leven. Niemand weet daarin wat waar is voor een ander en welk pad hij of zij te gaan heeft. We kunnen wel samen oplopen en elkaar helpen om onze eigen waarheid te ontdekken. Wat die dan ook moge zijn. Dat is nou juist zo mooi van samen leven. Als ik er zo over schrijf, dan vind ik het maar een bijzonder idee dat ik de wonderen die in de Bijbel staan beschreven dan misschien niet meer letterlijk geloof, maar door alles wat ik heb meegemaakt en gezien, ik via de symboliek in die verhalen, de verwondering en magie in het leven zelf wel degelijk heb terug gevonden.
En jij? Hoe kijk jij naar de wonderen? Je kunt hieronder een reactie achterlaten.
Annerieke van Wijhe, voor Zin in Baarn
(foto: Pixabay)
Voor mij is het leven en geloven een voortdurende zoektocht. Een mens is allereerst een product van erfelijkheid en milieu. Die spelen een belangrijke rol. Waar komt dat ‘afspraakje met God’ vandaan? Hoe gaat dat in zijn werk?
Ik vind dat ‘Goddelijke in onszelf’ wat eenzijdig en ook al wat dogmatisch. Het Goddelijke is overal. Ook buiten je bijv. de natuur, in het onbegrijpelijke van het heelal, in de ontmoeting met mensen.
De natuur is een wonder. Het heelal is een wonder. De mens is een wonder. Het leven is een mysterie, een geheimenis.
Dit lied maakte ik:
Tekens van leven
zomaar gegeven
wonder boven wonder
niemand kan zonder.
Woorden van leven
zomaar gegeven
wonder boven wonder
niemand kan zonder.
JR
PS: Hopelijk was het geen algemene oproep om medicijngebruik af te bouwen of zelfs te stoppen…