Storm
Het stormde, alweer. We beginnen er bijna aan gewend te raken, het was de derde op rij, immers. Ze heten Ciara, Dennis of Ellen en razen met windstoten van meer dan honderd kilometer per uur over ons land. Takken breken af als lucifershoutjes, stenen waaien van huizen en treinen staan stil. We trekken ons veilig terug in onze huizen, of gaan toch de deur uit om met de kop in de wind te genieten van die natuurkracht. Al met al is zo’n storm ontregelend. Ciara zorgde ervoor dat we onze plannen buiten de deur verruilden voor een verstilde zondagmiddag thuis, Ellen verstoorde de Carnavalsoptochten in het zuiden van ons land.
Soms is het alsof ons binnen dat buiten reflecteert, of omgekeerd. Dan stormt het niet alleen buiten.
Toen ik klein was, was het anders. Ik herinner me van vroeger jaren geen stormen. Misschien had ik ze gewoon niet in de gaten. De kachel werd hoger gezet en ik speelde met Lego of Barbies. Buiten was het koud, ik was veilig in ons huis, in ons gezin waar alles goed was en harmonieus. Ik had geen idee van stormen.
‘Ieder huisje heeft zijn kruisje’, zij een oude vriendin gister toen we afscheid namen. Het is zo’n uitdrukking die toen ik jong was geen betekenis had. Nu wel. Want ja, natuurlijk: Het leven wordt niet geleefd zonder tegenslag en zonder verlies en schade komen we het niet door. Ook bij ons thuis ging het stormen.
Ik las ergens dat onze identiteit wordt bepaald door het verdriet dat we doorstaan, dat we worden gevormd door onze verliezen, meer dan door succes en voorspoed. Dat wist u misschien allang, ik ook eigenlijk, maar het zette me toch aan het denken. Wat maakt dat de ene mens het leven doorkomt met een enkele storm zo nu en dan, en de ander onevenredig veel verlies te verduren heeft? Ik weet wel dat er geen god is die voorspoed en tegenslag in porties verdeelt en toedient. Toch drong die vraag zich op na de ontmoeting met mijn oude vriendin. En ook deze: Hoe komt het toch dat de ene mens al die stormen kan doorstaan en fier overeind blijft, terwijl een ander niet gemaakt lijkt om het leven te leven? Het zou mooi zijn als we ons allen konden laven aan die mensen die zich door geen storm laten breken. Het doet denken aan Mandela en het gedicht dat hij citeerde bij zijn bevrijding na jarenlange gevangenschap: ‘Vanuit de nacht die mij bedekt (…) , dank ik welke god dan ook voor mijn onoverwinnelijke ziel. Hoe smal de poort ook mag zijn, (…) ik ben meester over mijn lot, ik ben gezagvoerder over mijn ziel.’ Een gezagvoerder die zijn ziel door de storm naar rustige haven loodst. Mooi. Ik wens u een onstuimige lente toe en innerlijke rust.
Monique Mourits voor Zin in Baarn
Deze column is ook verschenen in de Baarnsche Courant