Zingen als een merel
‘s Avonds loop ik graag nog even een rondje door het Baarnse bos. In de avonduren vind ik het zingen van de merel altijd zo mooi. Als ik er aandachtig naar luister, dan hoor ik een merel iets zingen en verderop een andere merel antwoorden. Wat ik daar zo bijzonder aan vind, is dat de ene merel iets zingt, de ander een gedeelte van het wijsje herhaalt en er zelf iets nieuws aan toevoegt. De eerste merel doet hetzelfde en zo gaan ze samen door tot ze, in harmonie, eenzelfde wijsje zingen.
Als ik daar zo naar luister, dan vraag ik me wel eens af hoe het zou zijn als wij mensen zouden communiceren zoals de merels zingen. Waar het door komt, weet ik niet goed, maar als ik onze menselijke gesprekken volg, dan mis ik dat streven naar harmonie steeds vaker. In (politieke) debatten worden meningen geuit en lijken we steeds meer te verharden. Het ene standpunt komt tegenover het andere standpunt te staan en we raken eerder van elkaar verwijderd dan dat we elkaar vinden. Dat vind ik zonde.
Natuurlijk snap ik dat wij mensen complexer communiceren dan een vogel en ook voor andere vraagstukken staan. Toch zouden we het eens kunnen proberen; luisteren naar wat een ander zegt, dit zo goed mogelijk herhalen om er vervolgens ons eigen deuntje, visie en zienswijze aan toe te voegen. Als de ander dat dan ook doet, ontstaat er wellicht meer harmonie en kunnen wij mensen, in alles waar we voor staan, ons eigen gelijk ontstijgen. We kunnen op die manier meer zijn dan de som der delen.
Ik ben een dromer, dat besef ik maar al te goed, maar wat zou ik het mooi vinden als wij leren communiceren zoals de merels zingen en zo onze gemeenschap vormen. In mijn droom zijn we dan sneller uit alle conflicten waar we nu in vastraken en ontstaan er constructieve oplossingen voor vraagstukken die onoplosbaar lijken. Als dromer in het leven zou ik het streven daarnaar al iets heel moois vinden en hoop ik dat deze droom ooit realiteit wordt.
Annerieke van Wijhe
Deze column verscheen half juli 2020 in de Baarnsche Courant