Het is alweer even geleden dat Wim Hazeu voorganger was bij de preek van de leek. Zijn boodschap ging over de kracht van schoonheid. Hij vertelde over de oorlog waarin hij als kind opgroeide en hoe hij had geleerd om oog te hebben voor schoonheid. Ik herinner me nog hoe knap ik het vond dat iemand, die opgroeit in een tijd vol ellende, toch oog houdt voor het mooie in het leven. Zijn inzicht vond ik een verrijking. Het bracht me het besef dat er altijd een keuze is waar mijn aandacht zich op richt, ongeacht de omstandigheden waarin ik verkeer.
Hoewel het een paar jaar terug was dat Wim Hazeu zijn verhaal vertelde, dacht ik er zondagochtend ineens aan, toen ik langs de Eem liep en de ochtendzon op mijn gezicht viel. De laatste tijd was ik verkrampt geraakt door alle aangescherpte maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. De dagen kom ik op zich goed door, maar het ontbreekt me aan zingeving op veel momenten. Zeker nu ook de avondklok is ingegaan, voel ik vooral de leegte. Ik vond het maar een naargeestige, unheimische stilte toen er zaterdagavond na negen uur (bijna) niemand meer op straat was en het donker overheerste. Het had iets mistroostigs. Het stapelt; steeds meer beperkingen, mensen om me heen die het virus krijgen, mijn werk binnen de geestelijke gezondheidszorg waar de problematiek verergert en het vermogen om er iets aan te veranderen afneemt, gingen steeds meer op mijn schouders drukken.
En toch, vanochtend tijdens mijn wandeling langs de Eem, drong het ineens weer tot me door hoe mooi het daar is. Door de zon die me aanraakte, herinnerde ik me de boodschap van Wim Hazeu. Ik dacht terug aan zijn vermogen om, als jongetje dat opgroeide in omstandigheden die ik me niet eens kan voorstellen, toch oog te houden voor het mooie in het leven. Het besef dat ik kan kiezen waar mijn aandacht naar toe gaat, kwam weer terug. Of mijn aandacht zich richt op alles wat niet meer kan en wat ik mis of dat het gaat naar schoonheid. Iets wat er altijd is en er in alle omstandigheden ook zal blijven. “De schoonheid buiten ons, raakt de schoonheid binnen in ons waardoor het groeit” bedacht ik me tijdens mijn wandeling en met een warm, verbonden gevoel liep ik langs de polder terug naar huis. Eenmaal thuis gekomen, besloot ik deze column te schrijven omdat ik denk dat de boodschap van Wim Hazeu in deze tijd nog best een keer herhaald mag worden. Ik hoop dat het de aandacht voor schoonheid in velen van ons aan zal raken zodat het kan groeien nu we dat zo hard nodig hebben.
Annerieke van Wijhe